Woningbouw – licht bouwen vanaf 4 bouwlagen
Brandwerendheidseisen bij een lichtgewicht opbouw in perspectief.
Nautilus, Scheveningen (ArchipelOntwerpers, © Jannes Linders).
Bij meerlaagse woningbouw is het vaak mogelijk om slechts de onderste bouwlagen uit te voeren volgens een (hogere) eis van 90 of 120 minuten en bij de bovenste twee bouwlagen te volstaan met 60 minuten brandwerendheid als bij deze bovenbouw een lichte bouwmethode zoals staalframebouw is ingezet. De vereiste 60 minuten brandwerendheid voor de bovenbouw dient dan alleen voor het in stand houden van de brandscheiding tussen de woningen.
De hogere eisen van 90 of 120 minuten worden gesteld om het voortschrijdend bezwijken (buiten het brandcompartiment) te voorkomen. Zo'n hogere eis is bij een woonfunctie níet van toepassing op het bezwijken van een sub-brandcompartiment dat grenst aan een brandcompartiment. In de toelichting bij artikel 4.17, lid 2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) staat hierover: 'Dit betekent praktisch gezien dat bij brand in een woning de bouwconstructie bij de aangrenzende buren mag bezwijken, maar niet bij de buren van de buren. Het bezwijken bij brand mag namelijk niet tot een voortschrijdende instorting leiden'.
Daarom geldt een eis van 60 minuten brandwerendheid indien het bezwijken van een woningscheidende wand, vloer/plafond of constructie ín een woning slechts resulteert in het bezwijken van de woning eronder, erboven of ernaast. Deze eis is de eis voor WBDBO (weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag) tussen brandcompartimenten aan beide zijden van de wand/vloer (conform artikel 4.53 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Indien méér bezwijkt dan alleen de woning eronder, erboven of ernaast, dan is de eis 90 of 120 minuten (afhankelijk van de hoogst gelegen verblijfsvloer).
Als de bovenste twee bouwlagen van de woning een lichtgewicht bouwconstructie hebben, dan is het voortschrijdend bezwijken van deze verdiepingen niet aan de orde. Op de 'bovenbouw' is dan een brandwerendheid van 'slechts' 60 minuten brandwerendheid van toepassing. Voorwaarde is wel, dat de onderbouw het gewicht van de lichte, geheel of gedeeltelijk ingestorte bovenbouw kan dragen.
Daarnaast dient te zijn voorzien in een horizontale ontkoppeling tussen de draagconstructies van de naastgelegen woningen van de bovenbouw (ten opzichte van elkaar) dan wel in voldoende capaciteit van de constructie van de andere woningen van de bovenbouw om horizontale instortkrachten uit de bovenbouw op te nemen.
Bij een zwaar dak, bijvoorbeeld van (prefab-)beton, kan voortschrijdend bezwijken naar beneden optreden. Dan moet zelfs de dakdragende constructie 90 of 120 minuten brandwerend zijn.
Bij een middelzwaar dak is de onderbouw in staat om de (deels) ingestorte bovenste laag te dragen. Voor de bovenste laag blijft de vereiste brandwerendheid dan beperkt tot 60 minuten. De hogere eis van 90 of 120 minuten geldt dan alleen voor de andere bouwlagen onder de bovenste laag.
Voorbeeld. Doorsnede van een woongebouw met zes lagen, waarvan de onderste twee lagen in zware (beton)bouw en de bovenste vier in lichte staalframebouw. De vijfde verdiepingvloer (en daarmee hoogst gelegen verblijfvloer) bevindt zich op 14 m boven maaiveld (en daarmee boven de 13 m.-grens van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Voor de onderste vier lagen van dit gebouw geldt een brandwerendheidseis van 120 minuten, voor de bovenste twee bouwlagen 60 minuten.