Wanden
Parkeergarage Radboudziekenhuis, Nijmegen (DJGA architecten en ingenieurs, Nieman Raadgevende Ingenieurs).
Een nieuwe parkeergarage moet volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) worden opgedeeld in brandcompartimenten van maximaal 1000 m2. Hierbij geldt tussen de brandwerende scheidingswanden en -vloeren een WDBDO-eis van 30 minuten als het parkeerdek ≤ 5 m boven meetniveau ligt en 60 minuten als het parkeerdek > 5 m ligt.
Wanneer er boven een nieuwe parkeergarage woonfuncties of andere slaapfuncties liggen met een verblijfsgebied hoger dan 13 m moet de parkeergarage voorzien zijn van een sprinklerinstallatie (Bbl-artikel 4.223a). Wanneer de parkeergarage < 1000 m2 is en minimaal 1 trappenhuis uit de bovenbouw niet in verbinding staat met de parkeergarage, geldt de eis voor een sprinklerinstallatie niet. Ook als de bovenbouw een verblijfsgebied met slaapfuncties lager dan 13 m heeft, geldt de eis voor een sprinklerinstallatie wanneer de parkeergarage > 1000 m2 is en de bovenbouw slechts 1 trappenhuis heeft dat in verbinding staat met de parkeergarage.
Vaak worden veel grotere, ongecompartimenteerde oppervlakten gebouwd met een beroep op gelijkwaardigheid. Voor het bepalen van de toegestane compartimentsgrootte als functie van de hoogte, de situatie (aan- of bovenbouw) en de getroffen brandveiligheidsmaatregelen, is een bepalingsmethode beschikbaar in NEN 6067:2023 Ontw. Soms wordt hierbij gebruik gemaakt van sprinklers, maar bij open parkeergarages veel vaker van natuurlijke- en/of rookventilatie (bijv. stuwdrukventilatoren). Hierbij wordt aangetoond dat de brandweer veilig repressief kan optreden en een brand van maximaal 3 auto’s na 20 minuten kan beheersen. Om dit aan te tonen, wordt doorgaans gebruik gemaakt van CFD-berekeningen (Computational Fluid Dynamics). De uitgangspunten voor dergelijke analyses zijn vastgelegd in NEN 6098.
Parkeergarage Radboudziekenhuis, Nijmegen. De gevels van deze 8-laagse garage zijn dermate open dat volledige natuurlijke ventilatie plaatsvindt. Voorzieningen zoals stuwkrachtventilatoren, een brandmeldinstallatie en brandwerende bescherming van de stalen draagconstructie konden achterwege blijven.