Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Eisen vluchten

Bedrijfsgebouw Futurumshop, Apeldoorn (AReS architecten, Hartman Constructies, Van den Brink Staalbouw, © Thea van den Heuvel).

Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) stelt eisen aan de maximale lengte van de vluchtroute in een hal. De vluchtroute hangt af van het aantal personen.

Voor een industriefunctie met meer dan 30 m2 per persoon geldt een (gecorrigeerde) loopafstand van maximaal 40 m. Deze afstand moet worden geprojecteerd in een rechte lijn (in vogelvlucht) tot aan de deur. Door de uitgangen zorgvuldig te ontwerpen, kan goed aan de eis aan de maximale lengte van de vluchtroute worden voldaan zonder dat eisen worden gesteld aan de brandwerendheid van de draagconstructie.

Als de indeling bekend is en de functie van de hal bijvoorbeeld de opslag van goederen, mag de maximale lengte van de vluchtroute worden vermenigvuldigd met een factor 1,5. De maximale loopafstand bedraagt in dat geval 60 m. Bij deze loopafstand moet dan rekening zijn gehouden met de indeling van de opslag en de positionering van de opslagstellingen: het gaat hier dan om de werkelijke loopafstand!

Als een hal kantoorruimten bevat, bijvoorbeeld op de verdieping, gelden voor die ruimten kleinere loopafstanden. Kantoren hebben een bezetting van 12–30 m2 per persoon. Hiervoor gelden loopafstanden (in vogelvlucht) van 30 m. Beschermde vluchtroutes zijn niet vereist, indien het vluchten naar buiten mogelijk is vanuit elk punt en binnen de vereiste afstand van 30 m, eventueel via noodtrappen. Dit is natuurlijk afhankelijk van aantal en plaats van trappen en buitendeuren.

Subbrandcompartimenten

Als bij brand, vanwege rookontwikkeling en -verspreiding, de loopafstanden te groot worden, moet een hal of een brandcompartiment in die hal worden opgedeeld in subbrandcompartimenten en verkeersruimten met een beschermde vluchtroute.

Het Bbl stelt in artikel 4.60 lid 2 geen wbdbo-eis aan de scheiding tussen twee subbrandcompartimenten of naar een beschermde vluchtroute (in het Bouwbesluit was dit 20 minuten op het criterium afdichting), maar wel (in artikel 4.61 lid 1 en 2) een rookdoorgangseis: Ra (koude rook volgens NEN 6075). Vanaf de rookscheiding verloopt het vluchten naar buiten via een beschermde vluchtroute. Hoewel er geen wbdbo-eis geldt, moet de vluchtroute buiten het subbrandcompartiment wel 30 minuten in stand blijven bij brand in dat subbrandcompartiment.

Door voldoende uitgangen is het bij hallen vaak mogelijk rechtstreeks naar buiten te vluchten, bínnen de vereiste afstand van doorgaans 40 m. Beschermde vluchtroutes zijn niet dan vereist en subbrandcompartimenten en -scheidingen overbodig. En de draagconstructie hoeft niet 30 minuten brandwerend te zijn, vanwege het instandhouden van de beschermde vluchtroute.

Bij vluchtafstanden die de vereiste afstand te boven gaan, zijn subbrandcompartimenten wél nodig. Bij instorten van een subbrandcompartiment moet de vluchtroute in een ander subbrandcompartiment of een buiten het subbrandcompartimenten liggende beschermde vluchtroute in het andere compartiment bruikbaar blijven. Dit kan door de constructies van de twee subbrandcompartimenten onafhankelijk van elkaar te maken óf door beide constructies 30 minuten brandwerend uit te voeren. Het idee dat de constructie van een subbrandcompartiment 30 minuten brandwerend moet zijn bij een brand in datzelfde subbrandcompartiment, berust op een misverstand. Het gaat erom dat het subbrandcompartiment 30 minuten bruikbaar blijft bij brand in een ánder subbrandcompartiment.

Grotere vluchtafstanden (gelijkwaardigheid)

Bij hoge en grote compartimenten zijn vaak langere vluchtafstanden toegestaan. Dan moet wel de gelijkwaardigheid worden aangetoond, bijvoorbeeld met de ‘bepalingsmethode voor vluchtroutes’ uit bijlage H van NEN 6060. Zie ook het artikel in het vakblad Bouwen met Staal 200.

Grotere of soms onbeperkte vluchtafstanden zijn mogelijk bij het toepassen van een rook- en warmteafvoerinstallatie (rookluiken). Vaak zijn gemeenten bereid zo’n 50% grotere vluchtafstanden te accepteren zónder gelijkwaardigheidsberekening. Met zo'n berekening zijn, afhankelijk van het aantal rookluiken en het type brand, zelfs onbeperkte vluchtafstanden mogelijk.

Info en tools: