Brandveiligheid van veestallen nader geregeld in NEN 6060 en 6079
De brandveiligheid van veestallen krijgt een duidelijke plek in de regelgeving. Aan NEN 6060 en NEN 6079 worden binnenkort bijlagen toegevoegd voor het bepalen van de brandveiligheid van grote brandcompartimenten van een ‘lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren’. Het ontwerp van de bijlagen is onlangs bij het NEN verschenen en tot 1 september a.s. van commentaar te voorzien.
Met NEN 6060 is vast te stellen of een groot compartiment voldoet aan de functionele eisen in het Bouwbesluit 2012 voor het voorkomen van branduitbreiding. De norm is van toepassing op compartimenten die groter zijn dan het Bouwbesluit 2012 strikt genomen toestaat: 1.000 m2 of meer óf, in geval van industriefuncties, 2.500 m2 of meer. Daarbij wordt een beroep gedaan op het gelijkwaardigheidsbeginsel in het Bouwbesluit (artikel 1.3). De brandveiligheid van het grote compartiment wordt bepaald op grond van de berekende vuurlast en de toepassing van een maatregelpakket, zoals rook- en warmteafvoersysteem of een sprinklerinstallatie.
Bij NEN 6060, gepubliceerd in 2015, komt nu een bijlage J met de methode voor de brandveiligheid van grote brandcompartimenten van veestallen. Ook deze methode stoelt op het gelijkwaardigheidbeginsel. Verschil is wel dat de methode voor veestallen uitsluitend is bestemd voor nieuwbouw, terwijl NEN 6060 zich leent voor nieuwbouw én bestaande bouw.
Ook NEN 6079 krijgt aanvulling. Deze norm uit 2016 is verwant aan NEN 6060, geeft eveneens een bepalingsmethode voor grote compartimenten maar dan op basis van risico-analyse, aan de hand van realistische brandscenario’s en met inzet van fysische modellen. Met NEN 6079 is het mogelijk om de verschillende bouwkundige, installatietechnische en organisatorische brandpreventiemaatregelen en de effectiviteit ervan te verdisconteren in het algehele brandrisico.
Het beperken van de omvang van een compartiment is hiermee niet langer doel op zich, het is één van de opties. Het verkleinen van een compartiment of het opdelen in compartimenten is dan bijvoorbeeld niet nodig, als ontvluchten bij brand snel en veilig kan verlopen en er niet of nauwelijks risico op brandoverslag is omdat het gebouw op voldoende afstand staat van aangrenzende gebouwen of van de perceelgrens.
Voor veestallen krijgt NEN 6079 twee bijlagen: I en J. Bijlage I biedt de eigenlijke bepalingsmethode. Bijlage J levert de bijbehorende achtergrondinformatie, waaronder het schademodel, de uitgangspunten van de referentiestallen en voorbeelden van de werking van de bepalingsmethode.
Bij de samenstelling van de bijlagen zijn de resultaten meegewogen van het ‘Onderzoek naar brandveiligheid voor dieren in veestallen – Knelpunten en verbetermogelijkheden’. Hierbij zijn Wageningen UR Livestock Research en het Instituut Fysieke Veiligheid nagegaan hoe ’t staat met de naleving van de brandveiligheidseisen voor stallen. Het onderzoeksrapport met aanbevelingen voor verbetering van de regelgeving is in november 2012 verschenen. Daarnaast zijn ook de brandweerstatistieken van Brandweer Nederland geraadpleegd.
De bijlagen worden gepubliceerd als wijzigingsblad bij de bestaande normen. Maar eerst kunnen belanghebbenden hun op- en aanmerkingen op het ontwerp indienen via www.normontwerpen.nen.nl. Het commentaar dient uiterlijk 1 september a.s. binnen te zijn bij het NEN.
- Voor inhoudelijke informatie: Marc Mergeay, Consultant Bouw & Installaties, tel. (015) 2 690 367 of e-mail bi@nen.nl.
- Foto’s: veestallen.nl (boven) en Bouwbedrijf H.Jonker.