Bruggebouwen Oost en West, Den Haag
Grotiusplaats is de noordelijke uitloper van het Haagse centrum. Het gebied loopt van de Koninklijke Bibliotheek tot achter het Paleis van Justitie. Voor een rigoreuze doorsnijding zorgt de Utrechtsebaan. In de hereniging van de gescheiden gebiedsdelen voorziet het stedenbouwkundig plan 'Grotiusplaats', een initiatief van de gemeente Den Haag, Rijksgebouwendienst en projectontwikkelaar Multi Vastgoed. Vanaf 2003 is Grotiusplaats één ruimtelijk en functioneel geheel. De meest letterlijke stappen voor deze eenwording zijn gezet met de Bruggebouwen Oost en West. Twee opzienbarende kantoorgebouwen over de snelweg, helder en krachtig vormgegeven door Zwarts & Jansma Architecten.
brandwerendheid
De hoofddraagconstructies moeten 120 minuten brandwerend zijn, omdat de bovenste verdiepingvloer hoger ligt dan 13 m. De dragende vakwerken van de bruggebouwen zijn 120 brandwerend; zónder aanvullende voorzieningen zoals brandwerende bekleding. De constructies staan namelijk buiten én op afstand van de gevel, waardoor het staal bij brand aanzienlijk minder wordt verhit en bovendien niet aan alle zijden. De constructie geeft zijn warmte dan ook miner snel af aan de omgeving. De temperatuurstijging in het staal blijft beperkt, waardoor het draagvermogen van de constructie veel langzamer afneemt dan wat doorgaans volgt uit berekeningen volgens de standaard-brandkromme. Met de computer is een volledig ontwikkelde brand in een representatief brandcompartiment nageboost en het 'natuurlijk' verloop van de brand en de opwarming van het staal berekend. Na 120 minuten bedroeg de staaltemperatuur maximaal 320°C; ver onder de kritieke 'bezwijk'-temperatuur van 550 °C. Hierdoor konden de vakwerkliggers én de massieve staalkolommen in de kernen onbekleed blijven. De verticale vakwerken buiten de kernen blijven onbekleed vanwege de tweede draagweg (de andere kern) en de gereduceerde windbelasting bij brand.
Voor meer informatie: zie het vaktijdschrift Bouwen met Staal 140, januari/februari 1998 en 149, juli/augustus 1999.
projectgegevens
Locaties: Grotiusplaats, Den Haag
Data Oost: start bouw juni 1999; oplevering juni 2000; West: start bouw mei 1996, oplevering augustus 1997
Opdracht: Multi Vastgoed Projectontwikkeling, Gouda
Architectuur: Zwarts & Jansma Architecten, Amsterdam
Constructief ontwerp: Arcadis Bouw/Infra, Amersfoort (v/h. Grabowsky en Poort, Den Haag)
Advies brandveiligheid: DGMR raadgevende ingenieurs, Arnhem
Hoofduitvoering Oost: Voormolen Bouw, Rotterdam; West: Wilma Bouw, Den Haag
Staalconstructies: Oskomera Staalbouw, Deurne
Fotografie: Hans Moolenaar, Den Haag (foto boven) en AVEQ, Den Haag
architectuur
De bruggebouwen vormen een paar zonder veel onderlinge verschillen. Bruggebouw West telt zes bouwlagen en is 102 m lang. Oost is ook zeslaags, maar iets langer (133 m) en heeft een extra vierlaags kantoorgebouw op één van de kernen. West en Oost vormen samen de afbakening van een centraal plein. Om dit plein open te houden, liggen de gesloten kantoorverdiepingen van beide gebouwen zo'n 10 m boven het maaiveld. De ondiepe kantoorruimten liggen langs de gevels. Een breed middengebied fungeert als centrale ontmoetingsruimte met vides en gemeenschappelijke voorzieningen. De bijzondere ruimten, zoals vergader- en presentatiezalen, zijn geplaatst aan weerszijden van de kernen. De langsgevels van de kantoorverdiepingen zijn totaal verschillend. Aan de straatzijde sluiten steenrode keramische tegels in aluminium frames naadloos aan bij de naburige bakstenen bebouwing. Aan de pleinzijde is de gevel hoofdzakelijk van glas. Volledig beglaasd zijn de eerste verdieping, de basements, en de kernen met liftschachten, trappartijen en techniekruimten.
constructie
Voor voldoende daglicht tot de plint én een versterking van de gevelplastiek zorgen relatief slanke stalen vakwerkconstructies, aan beide langszijden. Aan de ene zijde zit de constructie 2,8 m buiten de gevel; aan de andere zijde 0,3 m. Elke vakwerkconstructie omvat twee portalen - de verticale vakwerken van de kernen - met daartussen een vakwerkligger. De constructies dienen als 'tafel' voor de draagconstructie van de kantoorverdiepingen: dragende, prefab betonnen binnenspouwbladen met daartussen kanaalplaatvloeren in één overspanning. De ongedilateerde vloervelden werken als schijf voor afdracht van horizontale belastingen naar de twee kernen. De verticale vakwerken van de kernen verzorgen de stabiliteit in langsrichting. Voor de dwarsstabiliteit werken de vakwerkstijlen via deuvelverbindingen constructief samen met de ter plaatste gestorte vloerschijven. De binnenspouwbladen rusten op de stijve knooppunten van de vakwerkligger.
|