Nieuwe norm voor 'stand-alone' stilalarmcentrales
11 oktober 2013
Begin deze maand heeft NEN de definitieve versie uitgebracht van NEN 2575-4 ‘Brandveiligheid van gebouwen - Ontruimingsalarminstallaties - Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen – deel 4: Stilalarminstallatie, draadloos’. Dit nieuwe vierde deel geeft, in combinatie met het algemene deel 1 van de norm, de eisen voor draadloze stilalarminstallaties in ziekenhuizen, verpleeghuizen, cellencomplexen en andere gebouwen waarin zich mensen bevinden die extra hulp nodig hebben tijdens vluchten bij brand. De stilalarminstallatie waarschuwt een vooraf geselecteerde groep personen, bijvoorbeeld de facilitymanager of bedrijfhulpverleners, om de ontruiming van het pand in gang te zetten.
De NEN 2575-4 is uitsluitend van toepassing op zelfstandig werkende installaties: de apparatuur en transmissiewegen zijn níet gekoppeld met andere systemen. Naast de prestatie-eis voor de installatie als geheel bevat de norm de voorschriften voor de transmissiewegen en de apparatuur én een projectierichtlijn. In de (normatieve) bijlagen zijn een ‘standaard’ PvE en eisen voor inbedrijfstelling, oplevering en overdracht opgenomen. De bijlage ‘berekeningsmethodiek systeembeschikbaarheid ontruimingsinstallatie’ heeft een informatieve status.
Het nieuwe normdeel vervangt gedeelten van NEN 2575:2004, NEN 2575:2004/C1:2006 en NEN 2575:2009 Ontwerp. Naast deel 1 ‘Algemeen’ en deel 4 ‘Stilalarminstallatie, draadloos’ telt NEN 2575 nog drie andere delen. De delen 2 en 3 behandelen ‘Luidalarminstallatie type A’, resp. ‘Luidalarminstallatie type B’. Deel 5 betreft ‘Stilalarminstallaties met attentiepanelen’.
- Voor inhoudelijke informatie: ing. Marc Mergeay, consultant Bouw & Installaties, telefoon (015) 2 690 367 of e-mail marc.mergeay@nen.nl.
- Info en bestellen: www.nen.nl
|