Beproefd
3 april 2012
Adviesbureau Cauberg-Huygen introduceert de ‘virtuele brandproef’: een simulatie van een werkelijke proef in het laboratorium, met behulp van een rekenmodel op basis van de Eindige Elementen Methode (EEM). Cauberg-Huygen voerde drie van deze virtuele proeven uit voor De Rotterdam, het toekomstige multifunctionele gebouw van Rem Koolhaas met drie torens van 150 m hoog op de Wilhelminapier aan de Maas. Getest werden onderdelen van de glasgevels – gemaakt van aluminium elementen, lokaal versterkt met staal – die 30 minuten brandwerendheid moeten zijn. In het rekenmodel is aan de brandzijde van de gevelelementen een temperatuurbelasting volgens de standaardbrandkromme opgelegd. Op grond van de relaties tussen alle elementen van het model is het verloop van de temperatuur in de individuele elementen van de scheidingsconstructie berekend. De verdeling van de temperatuur in de tijd dient als basis voor het berekenen van de vervorming van de constructie, als gevolg van de uitzetting door temperatuurstijging.
Dankzij de drie virtuele proeven kon het aantal werkelijke testen worden beperkt tot één, voor de validatie van de drie virtuele proeven. De vakgroep Mechanica van Stroming, Warmte en Verbranding en de Vakgroep Bouwkundige Constructies, beide van de Universiteit Gent controleerden de simulaties in het kader van een contra-expertise op verzoek van de Brandpreventiecommissie van de gemeente Rotterdam. Naast een (kosten)besparing op brandproeven, hebben de simulaties met het computermodel als voordeel dat vroegtijdig goed inzicht ontstaat in het gedrag van de constructie bij brand. Eventuele zwakke plekken komen nog vóór de werkelijke beproeving of de uitvoering aan het licht. Bovendien is het vrij eenvoudig om meerdere varianten van een scheidingsconstructie (in opbouw, detaillering en materiaalgebruik) te onderzoeken. |