Landelijk kader ‘uitruk op maat’ vraagt om vervolg
13 januari 2021
In opdracht van Brandweer Nederland heeft het IFV het ‘Landelijk kader uitruk op maat bij brand’ tegen het licht gehouden. Zes jaren geleden is dit kader vastgesteld in samenspraak met onder meer het Veiligheidsberaad, het Ministerie van Justitie & Veiligheid en de vakorganisaties. Doel van het kader is om de 25 veiligheidsregio’s in ons land handvatten te bieden bij het gevarieerd inzetten van personeel en materieel bij incidenten, afhankelijk van het type incidenten en de risico’s. Deze flexibilisering van slagkracht kan dan bijdragen aan verantwoord organiseren en vernieuwing van de incidentbestrijding, zo is de achterliggende gedachte.
Het IFV heeft het kader samen met de verschillende betrokken organisaties geëvalueerd, waaronder (uiteraard) de regio’s als beoogde gebruikers. Eerste hoofdvraag bij de evaluatie luidde: in hoeverre is de vormgeving, implementatie en daadwerkelijke praktijk van uitruk met eenheden kleiner dan TS-6 in de regio’s in overeenstemming met het landelijk kader? TS-6 staat voor tankautospuit met zes personen. En de logische, tweede hoofdvraag: biedt het landelijk kader voldoende steun bij die vormgeving, implementatie en praktische uitvoering in de regio’s? Die vraag was vooral bedoeld om bij de veiligheidsregio’s te peilen wat ze goed vinden aan het landelijk kader en wat voor verbetering vatbaar is.
IFV heeft de beoordelingen, behoeften en verbetervoorstellen van de ondervraagde disciplines samengebald in een kennisdocument, dat hier kosteloos als PDF is te downloaden. Wat opvalt in het evaluatierapport, is dat zowel veiligheidsregio’s als vakbonden en de verschillende (netwerk)organisaties het Landelijk kader lastig toepasbaar vinden, vooral als het gaat om het meten van de opkomsttijden en het opschalen bij een middelincident. Ze hebben allemaal behoefte aan uniforme opleiding en oefening in ‘uitruk op maat’ en flexibiliteit en maatwerk binnen het Landelijk kader. Ook vragen ze gezamenlijk om verbreding van het maatgevend incident, beperking van de toepassing van de SI-2 (Snelle Interventie met 2 personen) en om meer samenhang tussen ‘uitruk op maat’ en andere ontwikkelingen.
Verantwoordelijk minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid heeft het evaluatierapport vorige maand aangeboden aan de Tweede Kamer en per brief nader geïnformeerd over de stand van zaken. De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) heeft zich er ook over gebogen en ziet voor dit jaar twee belangrijke, concrete vervolgstappen. Allereerst moet in 2021 de bijstelling van het kader worden opgepakt en hernieuwde afspraken worden gemaakt over de naleving ervan. Een tweede opgave, volgens het RCDV, ligt in het verbinden van bestaande zienswijzen, zoals de doctrine brandbestrijding met de brandweerkundige uitgangspunten. Daarbij zijn ook koppelingen gewenst met lopende programma’s en projecten zoals uniforme systematiek bij dekkingsplannen, uitgangspunten voor vaststelling van regionale slagkracht en de visie op grootschalig brandweeroptreden.
‘Het landelijk kader uitruk op maat staat niet op zichzelf. Het moet in de juiste samenhang worden gebracht met de vele ontwikkelingen, programma’s en projecten. Samen vormen zij de bouwstenen voor de toekomstige brandweerorganisatie, gestoeld op onze professionele opvatting. Zo zorgen we voor een zorgvuldige onderbouwing van een adequaat niveau van repressieve brandweerzorg’, aldus Hans Zuidijk, portefeuillehouder Uitruk op maat binnen de RCDV.
Alle partijen die hebben bijgedragen aan het landelijk kader, worden ook weer gevraagd voor participatie in het voorgenomen vervolgtraject.